tr. op 24-04-1654 te Laren of Blaricum; Huwelijksakte
met
Rutger Hendricksz de Oude , zn. van Hendrick Rutgersz en Ebbetien Tijmens ,
geb. in 1637 te Blaricum; Koptienden Eerste: 1660-86,
ovl. te Blaricum; Koptienden Laatste: > 1724-44,
, --
RUTGER HEIJN / HENDRIKS D'OUDE
Blaricum Koptienden (1660-86 > 1735-44):
1658-72: v. Marten Willems ipv Hendrik Roelen 3 cop 1/2
1660-86: Situatie: 0 Spt 3 cop 1/2
1662-86: v. Gijsbert Jansz Lustich huijserboeck 3 cop 1/2
- Situatie: 0 Spt 7 cop
1665-86: v. Heijn Rutgers 1 Spt 7 cop
- Situatie: 2 Spt 6 cop
1670-86: v. Nelgen Heijndricksz 2 cop 3/4
- Situatie: 3 Spt 0 cop 3/4
1675-80: v. Willem Jansz Vos 1 Spt 2 cop
- Situatie: 4 Spt 2 cop 3/4
1676-80: v. Lambert Willem Cornelisz 3 cop 1/2
- Situatie: 4 Spt 6 cop 1/4
1679-75: v. Isaack Claesz 5 cop 1/2
- Situatie: 5 Spt 3 cop 3/4
1680-75: v. Toenis Steffesz 1 cop
- Situatie: 5 Spt 4 cop 3/4
1681-71: v. Peter Harmensz 1 Spt 7 cop 3/4
- Situatie: 7 Spt 4 cop 1/2
1685-71: v. Peter /Febre 7 cop 1/2
- Situatie: 8 Spt 4 cop
1717-44: + DE OUDEN
t/m 1720-44: Situatie: 8 Spt 4 cop
1721-44: overgang Romijns/ Numeriek 9 Spt
1728-44: v. Leeuw Willemsz 2 kop
t/m 1731-44: Situatie: 9 Spt 2 kop
1732-44: op Gerrit Duurcant 1 Spt 4 kop
- Situatie: 7 Spt 6 kop
1733-44: op Rutger Hendricksz Puijck 3 kop
t/m 1735-44: Situatie: 7 Spt 3 kop
- Afgezet op onbekende(n) 7 Spt 3 kop
VERMOEDELIJK OP:
1737-44: op Rutger Geun 1 Spt 3 cop 2/4
1737-45: op Pieter Geun 7 kop 1/4
1737-47: op Jan Geun 2 Spt 1 kop 2/4
1737-47: op Jacob Geun 6 kop 2/4
1737-47: op Klaas Geun 4 kop 1/4
- Afgezet op onbekende 1 Spt 4 kop
-
SAGV155.2-ORA-3232, Beeldnr. 184-185, 24-04-1654: Folio 84-85; Huwelijksakte: Wij Ebbetghe Thimansz als moeder van Rutger Hendricksz haeren soone als Bruijdegum ter eenre en Gerbregh Crijnen als moeder van Aertgen Pietersz als Bruijt ter
andere sijde; Rutger Hendricksz brengt via zijn moeder in Maetlandts en andere ackers en Aerten Pieters via haer moeder eveneens land.
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 175; 22-06-1664: Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Rutger Hendricksz de Oude voor hem selve en sich sterck maeckende voor sijne broeders en susters alle erfgenamen in de naelatenschap van
Ebbetien Tijmens za: die transporteerden aen Jan Lubbertsz sijne Swager de rechte van 5/6 part van een huijs en hofstede gelegen alhier
-
SAGV155.2-3227-blz. 246; < 21-07-1681: Tot voogden over het weeskint van Rutger Hendricksz de Jonge werden gestelt Marten Jacobsz, Rutger Hendricksz de Oude en Jan Pieter Harmens
-
SAGV155.2-3227-blz. 252; 03-09-1681?: De Burgemeesteer Geijsbert Pater Eijsscher CONTRA Jan Teunisz Rutten en Rutger Hendricksz de Oude soo voor hem selfs en als vooght over de kinderen van Jan Lubbertsz Puijck mitsgaders 't kint van Rutger
Hendricksz de Jonge ende Jan Pieter Harmensz te samen mede Erffgenamen van Tijmen Jacobsz die borge was voor Jacob Tijmensz, gedaegden
-
SAGV155.2-3228-blz. 116-117; xx-11-1698: Jan Pieter Harmensz en Geu Claesz in huwelijck hebbende Marritje Rutgers naargelaten dochter van Rutger Hendricksz verweckt bij Geertje Pieters Erfgenaem van Mattjen Pieters in haer leven huijsvrouw van
Roel Frans Eijsschers CONTRA Elbert Steffensz als getrout hebbende Elbertje Roelen naergelaten dochter en eenige Erffgenaem van Roel Frans
Mattje Pieters heeft zich ten huwelijk begeven met Roel Franssen bij haer huwelijk contract des 23-11-1676 voor Jacob Thierens secretaris binnen Blaricum; geen gemeenschap van goederen,
relatie (2)
met Geertje Pietersz , dr. van Pieter Harmensz en Gerberich Crijnen
>